Bij opgravingen tijdens de restauratie van de kerk in 1964-1966 zijn resten gevonden van een houten kerkje dat daar mogelijk rond het jaar 725 is gebouwd. Lange tijd is aangenomen dat het de Benedictijner monnik Willibrordus was die dit kerkje of kapel daar heeft laten bouwen. Rond het jaar 690 kwam hij met elf andere katholieken vanuit Engeland naar de Lage landen om onder de (West-)Friezen het evangelie te verkondigen.
Latere verhalen wijzen erop dat Bonifatius naar Heiloo is gekomen en niet Willibrordus. Maar in het sacramentarium (gebedenboek) van het klooster van Echternach is terug te lezen dat Willibrordus wel eigenaar was van de kerk in Heiloo. Hij schonk deze vlak voor zijn dood aan het klooster, evenals de kerken van Vlaardingen, Oegstgeest, Velsen en Petten.
Op een schilderij uit 1631 staat Willibrordus afgebeeld bij de waterstraal van een bron. Bij zijn komst naar Heiloo hoort het verhaal dat het Willibrordus was die dit water liet ontspringen toen hij en zijn helpers dringend behoefte hadden aan drinkwater. Dit heilige water is opgevangen in een put, die naar Willibrordus is vernoemd.